Ras Informatie van de Ierse Wolfshond

De Ierse Wolfshond
Zo’n grote hond? Die is uitermate geschikt als waakhond, denken veel mensen bij het zien van een Ierse Wolfshond. Niets is minder waar. De Ier, zoals liefhebbers dit hondenras meestal betitelen, is een windhond. En windhonden waken niet. Bovendien blaffen ze zelden of nooit. Maar hun imposante verschijning is al voldoende om kwaadwillenden buiten de deur te houden.

Karakter
Door zijn grootte – officieel staat de Ierse Wolfshond te boek als de grootste hond ter wereld – boezemt hij ontzag in bij vrijwel iedereen die hem voor het eerst ziet. Maar niet voor niets heeft hij de bijnaam “gentle giant”, want de Ier is uitermate zachtaardig en tolerant en treedt iedere vreemde persoon (als die tenminste geen kwade bedoelingen heeft) onbevangen tegemoet. Hij verkeert graag in het gezelschap van mensen, is dol op kinderen en dieren die deel uitmaken van het gezin. Voor kinderen is een betrouwbaarder hond moeilijk te vinden. Maar de Ierse Wolfshond is een zeer zelfstandige of zoals u wilt eigenwijze hond, want hij laat zich absoluut niet commanderen, zeker niet als er druk op hem wordt uitgeoefend. Opzitten en pootjes geven is aan een Ier dus niet besteed.

 

Gebruik/functies
De Ierse Wolfshond werd vroeger – tot in de late Middeleeuwen – gebruikt voor de jacht op groot wild, zoals wolven, herten en beren en daar dankt hij ook zijn naam aan. Omdat die jacht voornamelijk was voorbehouden aan de adel, was de Ier  in die kringen een zeer populaire hond. De honden joegen geheel zelfstandig en in groepen zonder tussenkomst van de jagers. Door hun kracht en snelheid waren ze op die manier in staat bijvoorbeeld beren te overmeesteren en te doden. De komst van onder meer het jachtgeweer en het uitsterven van de wolf had echter tot gevolg, dat het ras aan het eind van de 18e eeuw bijna verdwenen was. Tegenwoordig wordt de Ierse Wolfshond hoofdzakelijk gehouden als huisdier/gezelschapshond, in beperkte mate worden ze ingezet bij coursings. Het aantal blijft, in tegenstelling tot de meeste andere rassen, klein, mede omdat het houden van zo’n grote hond zijn nodige beperkingen kent.

Lichaamsbeweging

Wie alleen tijd heeft om met z’n hond ’s morgens vóór vertrek van huis en ’s avonds na thuiskomst even (aan de lijn) een blokje rond te gaan, moet beslist niet aan een Ierse Wolfshond beginnen. Want een volwassen Ier heeft heel veel lichaamsbeweging nodig, minimaal één tot anderhalf uur per dag en dan ook nog op een plek waar hij lekker vrij kan rennen en stoeien. Dit geldt niet voor het eerste levensjaar van een Ier. Want door de snelle groei (“je ziet ‘m bijna elk uur groeien“) is hij als pup zeer kwetsbaar en het verdient dan ook de voorkeur om de wandelingen (aan de lijn) over een hele dag te doseren, bijvoorbeeld ieder uur zo’n 10 minuten en dit langzaam op te bouwen.

Een Ierse Wolfshond teefje is volgroeid zo tussen de anderhalf jaar à twee jaar zij heeft dan ook haar maximale grootte bereikt, een reu doet er nog een jaartje langer over en is zo rond de drie jaar volgroeid en op maximale grootte.

Het is beslist niet zo, dat u in een villa moet wonen om een Ier te kunnen houden. Een grote tuin is natuurlijk een voordeel, maar onvoldoende voor z’n dagelijkse lichaamsbeweging; hij moet regelmatig in het vrije veld “uit z’n dak kunnen gaan”. Over het algemeen houden Ieren wel van autorijden, maar hij moet in de auto wel de ruimte hebben. Op de hoedenplank past ie in ieder geval niet!

Opvoeding/verzorging
Het opvoeden van een Ierse Wolfshond kost heel veel tijd, geduld en aandacht. Met harde hand bereik je niets bij een Ier; hij zal zich gaan verzetten en dergelijke methodes zullen volkomen averechts werken. Begin zo vroeg mogelijk met de opvoeding en zorg dat hij door met alles en iedereen in contact te komen zo goed mogelijk wordt gesocialiseerd. Bedenk dat wanneer een Ier volwassen is, hij zo’n 60 tot 80 kg weegt en onvoorstelbaar sterk is.

Ierse Wolfshonden vinden het heerlijk om in huis op een verhoging te kunnen slapen, bij voorkeur op een bank. Als u bij iemand op bezoek komt en er staat een bank in de kamer, waarvan de bekleding er uit ziet of ie zo van de vuilnisbelt is meegenomen, dan kunt u er zeker van zijn, dat daar één of meer Ierse Wolfshonden hun tehuis hebben!

Het spreekt vanzelf, dat Ieren met hun ruwharige vacht regelmatig gekamd/geborsteld moeten worden en eventuele klitten weggehaald. Ook minimaal één keer per jaar (laten) trimmen is geen overbodige luxe, omdat Ieren een ondervacht hebben, die dan moet worden verwijderd (“geplukt”)

Kinderen
Zoals al gezegd zijn Ieren dol op kinderen. Vanwege hun grootte kunnen ze tegen een stootje als kinderen met hen stoeien. Leer kinderen wel goed en rustig omgaan met de hond en laat de hond niet alleen met de kinderen, zeker niet als ze nog over de vloer kruipen.

Geschiedenis

Men gaat er van uit, dat nomaden (Kelten) de voorlopers van wat nu de Ierse Wolfshond is hebben meegenomen vanuit Griekenland en Cyprus naar Ierland. Vanuit deze “Keltenhond”ontwikkelde zich in de loop der eeuwen de latere windhonden, waaronder de Ierse Wolfshond.

Zo’n twee eeuwen geleden was het ras echter ten dode gedoemd. Het is vooral de verdienste geweest van de Engelse captain Georg August Graham (1833-1909), dat het ras nog bestaat. Hij zag kans  door verschillende rassen met elkaar te kruisen (o.a. de Greyhound en de Dog) de Ierse Wolfshond naar z’n oorspronkelijke vorm terug te fokken. De Deerhound was daarbij z’n uitgangspunt, omdat deze in alles de kenmerken had van de Wolfshond, behalve dat hij minder groot en zwaar qua bouw is. In 1885 publiceerde hij zijn boek “The Irish Wolfhound” en een jaar later volgde de officiële erkenning van het ras door de vermaarde Engelse Kennel Club.

Uiterlijke kenmerken

Lichaamsbouw
De Ierse Wolfshond wordt nogal eens verward met de Deerhound, waarop hij qua type lijkt, maar de Ier is groter en zwaarder gebouwd. Hij heeft een goed gevormde ribbenkast met een zeer diepe borstkas, een vrij lange, zeer sterk gespierde hals en een goed opgetrokken buik. De lendenen zijn gewelfd en de staart moet lang en lichtgebogen zijn en matig dik behaard. Karakteristiek zijn de oren, die klein zijn, zoals bij de Greyhound. De ogen zijn donker gekleurd, de vacht is ruwharig en hard op het lichaam, benen en hoofd. De gang van een Ier is soepel en levendig.

Kleur
De Ier kent diverse kleurschakeringen, een veel voorkomende is grijs gestroomd. Andere erkende kleuren zijn onder andere rood, zwart, effen wit en reekleurig .Vaak zie je ook Ieren met witte voeten (sokken) en een witte borst, soms in de vorm van een hart.

Schofthoogte
De minimale schofthoogte voor reuen is 75 cm, die voor teven 70 cm. Een teef moet minimaal 40,5 kg wegen, een reu 54 kg.

Rasindeling
Zoals al gemeld is de Ierse Wolfshond een windhond en valt daarmee onder rasgroep 10. Windhonden zijn er in alle maten en soorten, maar de Ier steekt letterlijk met kop en schouders boven  alle andere windhonden uit.  Een reu met een schofthoogte van bijvoorbeeld 80 cm is geen uitzondering.
Ter vergelijking: de kleinste windhond (Italiaans Windhondje) heeft een schofthoogte van gemiddeld 32-38 cm en een maximum gewicht van 5 kg!

© 2012 Theo Leeuwenburgh